Pages

November 30, 2010

SUZANNE BODDE door Lennard Dost

SUZANNE BODDE

Assemblages, zo zou je Suzanne Boddes werk het beste kunnen duiden. Niet dat die term iets zegt over wat je ziet, maar het zegt wel iets over hoe Bodde als kunstenaar te werk gaat. Ze graait verschillende materialen bij elkaar, en voegt dat dan samen tot een spannend nieuw geheel. In tegenstelling tot een collage, die altijd tweedimensionaal is, beperkt de assemblage zich niet tot het platte vlak. Een assemblage heeft drie dimensies. Lengte, breedte en diepte. De assemblage kan een mengvorm zijn van schilderkunst en beeldhouwkunst. Reële objecten worden dan aan een schilderij toegevoegd. Denk aan Robert Rauschenbergs ‘Bed’ (1955), een met olieverf besmeurde matras die als doek aan de wand werd gehangen. Maar de term wordt ook gebruikt voor objecten die zijn samengesteld uit verschillende (afgedankte) materialen. Zoals Rauschenbergs ‘Monogram’ (1955-1959), een angorabok die werd geplaatst in een beschilderde autoband. Voor Rauschenberg waren de kunst en het leven één. De ondergrond van Bed is zijn eigen beddengoed. De bok uit Monogram was zijn lievelingsbok. Bij Suzanne Bodde speelt de eigen leefwereld een beduidend kleinere rol van betekenis. De materialen die ze gebruikt, vindt ze langs de kant van de weg, of op de locatie waar ze werkt. In een autoshowroom in Emmen (2009) gebruikte Bodde bijvoorbeeld auto-onderdelen als bouwstenen. Door te werken in een garage, bracht de kunstenaar de assemblage terug naar de plek waar het oorspronkelijk vandaan komt: de term ‘assemblage’ is namelijk afkomstig uit de auto-industrie. Daar wordt het woord gebruikt voor ‘het samenstellen van het eindproduct, waarbij de verschillende onderdelen door verschillende fabrieken worden aangeleverd’. Heel soms, als er een specifiek object nodig is, doet Bodde een beroep op haar kennissenkring. Voor haar project in kunstcentrum Roodkapje (Rotterdam, 2010) was ze bijvoorbeeld op zoek naar oude stoelen. “Middenin de tentoonstellingsruimte stond een wand. Ik had van tevoren bedacht dat het interessant zou zijn om stoelen te stapelen, en die, als een soort veelpotig wezen, uit de wand te laten komen. Uiteindelijk ben ik daar, toen ik eenmaal in de ruimte was, en die ervoer, weer gedeeltelijk van afgestapt. Ik laat me als kunstenaar altijd leiden door de ruimte. Het wezen is er wel gekomen, maar ik bleek daar toch minder stoelen voor nodig te hebben dan ik aanvankelijk dacht”. Bodde probeerde in Roodkapje zielloze objecten ‘tot leven’ te wekken. Iets soortgelijks deed ze bij haar presentatie in NP3 (Groningen, 2008), waar ze de ruimte vulde met wat er uit zag als gemummificeerde skeletten of gemuteerde insecten. Een soort oerwezens, die herinnerden aan lang vervlogen tijden. Het toekennen van leven, van menselijke gevoelens en gedachten aan objecten noemen we met een mooi woord ‘The Pathetic Fallacy’. Het is een stijlfiguur die vooral in de Romantiek veel werd gebruikt. Bodde past als kunstenaar uitstekend in die Romantische traditie. Tijdens mijn atelierbezoek vertelde ze dat ze als kind dagen van slag kon zijn als de oude auto werd ingeruild voor een nieuwe. Niet dat ze allergisch was voor vernieuwing, zeker niet, ze vond het alleen zielig voor die auto. Die had jarenlang zijn stinkende best gedaan, en altijd voor de familie klaar gestaan. Om nu zomaar ineens aan de kant te worden geschoven. Boddes verzameldrift moet dan ook niet worden gezien als een ecologisch statement, of een pleidooi tegen consumentisme, het is eerder een soort reddingsactie. Ze behoedt objecten die zijn afgedankt voor een wisse ‘dood’. “Mensen zien vaak de schoonheid van oude materialen niet. Ze gooien dingen weg die eigenlijk nog prima functioneren. Ik geef die spulletjes weer een nieuwe identiteit, door ze samen te voegen”. De kunstenaar trekt de onderdelen met witte verf bij elkaar. “Die verf functioneert als een soort huid. Zonder de verf zijn de voorwerpen te prominent aanwezig. Dan leiden de onderdelen af van het geheel. De verf geeft het beeld rust”. Als een project eenmaal is afgerond, wordt de sculptuur doorgaans weer vernietigd. “Van die onderdelen maak ik dan weer een nieuwe sculptuur.” Bodde recyclet niet alleen andermans geschiedenis, maar ook die van zichzelf. Ze bouwt, vernietigt en creëert van daaruit weer nieuwe beelden. Het is de cyclus van het leven: de geboorte, de dood, en de wedergeboorte. De kunstenaar is de schepper en de vernietiger ineen. Constructie leidt tot destructie leidt tot constructie. Suzanne Bodde schenkt niet alleen het leven, ze neemt dat even gemakkelijk weer weg.

Door: Lennard Dost


Deze tekst is geschreven in opdracht van NP3 Groningen, in het kader van het coachingtraject YGA (Young Grunn Artist), Groningen, 2010.

September 27, 2010

Liberty Control @ Duende



Gisteravond opende bij Duende Liberty Control, een groepstentoonstelling met werk van kunstenaars die op het moment werkzaam zijn in een gastatelier bij een van de vijf bij RAiR aangesloten atelierpanden van Rotterdam.

Met werk van Sarah Awad, Barbara Bentink, Yolanda de los Bueis, Donatella Di Cicco, Nicola Genovese, Regan Gentry, Paul de Guzman, Anne Huttunen, Dico Kruijsse, Gerben Meinders, Karl Orton, Marleen Poot, Pascal Schwaighofer en David Stamp.

Nog te zien t/m 3 oktober a.s.

LibertyControl.tumblr.com
Liberty Control op Trendbeheer

Rondje YGA's in Rotterdam (Deel 2)






Atelier Gerben Meinders in het Wilde Weten

September 22, 2010

Rondje YGA's in Rotterdam (Deel 1)






Rondje YGA's in Rotterdam

Opening tentoonstelling Suzanne Bodde op 7 augustus 2010 in Roodkapje met het werk 'Zonder Titel'

September 3, 2010

Gerben Meinders @ Trendbeheer


3-09 2010, 8:48 JB

Gerben Meinders op Trendbeheer

Prachtpresentatie Gerben Meinders, gastkunstenaar van Het Wilde Weten. Wat zich in eerste instantie voordoet als chaos and disorder, rotzooi, rommel, troep tot aan het plafond, blijkt uiteindelijk een uitgelezen en eigenzinnige manier om in de moeilijke projectruimte tekeningen tentoon te stellen.

“…Drawing is energy, it is action, it’s fast. Drawing is what I do, no story to tell, but just draw and see what happens. It’s not important how, when or where, just creating. Black on white, red, blue or yellow, it doesn’t matter.”

hetwildeweten.nl/2010/02-09-2010-gerben-by-gerben-meinders/

gerben-meinders.blogspot.com

August 26, 2010

GERBEN by Gerben Meinders





GERBEN
tekeningen & animatie
opening: DO 2 sept 2010 vanaf 16.00
HET WILDE WETEN SERVEERT PANNEKOEKEN! EN GERBEN SIGNEERT OP VERZOEK MET STROOP!

“…Drawing is energy, it is action, it’s fast. Drawing is what I do, no story to tell, but just draw and see what happens. It’s not important how, when or where, just creating. Black on white, red, blue or yellow, it doesn’t matter. What matters is that it’s real, ink on top of paper, something you can hold on to, something to look at and share with others.
Drawing is making a mark, being there and feeling alive. I want to draw myself to freedom in any possible way. Freedom to act totally ridiculous and rebellious, drowning paper vessels in ink, create fingerprints on a crime scene; ‘what do the fingerprints show?’, ‘What is drawing in itself?’ and ‘What is the language of drawing and can I read it?’
I’m always curious and blown away by people who draw. From cave drawings to computer drawings, from children’s drawings to the art drawings on the walls of museums, from dirty graffiti to comic books and animations, it’s all good.
It’s the energy, the big boom, the beginning, new ideas, it can’t be stopped. Total freedom…”

The last three months, Gerben Meinders has been working in the gueststudio at Het Wilde Weten. The final presentation of his work will be shown in the projectspace at Het Wilde Weten. The presentation consist drawings and animations.

Opening: Thursday the 2th of September at 16:00
Open at appointment: from Friday the 3th of September till Thursday the 12th of September , 13:00 – 17:00 hrs. (Monday and Tuesday closed)
phone +31(0) 618 993 790 mail: mail@gerbenmeinders.com

more information about the artist
www.gerben-meinders.blogspot.com

Special thanks to HET WILDE WETEN

Special thanks to YGA, a project of NP3.
http://www.np3.nu/

Suzanne Bodde @ Lost Painters



LOST PAINTERS

Ten slotte zijn Martin en ik nog even gaan kijken bij Roodkapje die nu soort van antikraak, een flinke ruimte tot zijn beschikking heeft. Daar waren werken van respectievelijk Karin Trenkel en Suzanne Bodde te zien. De eerste ruimte was Karin los gegaan. Deze was helemaal ‘beschilderd’ met gescheurd gekleurd papier. Het moet veel werk geweest zijn en het oogt dan ook heel leuk en esthetisch. Inhoudelijk lijkt er weinig te gebeuren echter, wat naar mijn optiek jammer is.

De brute witte werken van Suzanne passen perfect in de rauwe ruimte. Het werk neigt ook erg naar de oplossing van “alles wit” en dan om het af te maken wat accenten zwart. Toch blijkt binnen de objecten die gekozen zijn wel daadwerkelijk een bepaalde taal te zitten. Helemaal duiden kan ik die echter niet. Dus hints zijn welkom. Twee kunstenaars dus die wel de moeite waard zijn om in de gaten te houden.

August 7, 2010

Opening at Roodkapje on Meent in Rotterdam

Suzanne Bodde @ Roodkapje


ZA 7 AUGUSTUS, 20.00-22.00u
OPENING TENTOONSTELLINGEN, WORK IN PROGRESS & MINISHOP

'zonder titel'
(SUZANNE BODDE (NL))

Suzanne Bodde (1980) houdt van de treurige kant, de rauwheid en verlorenheid van afgedankte spullen. De tijdelijkheid geeft ook vrijheid en dat is te zien in haar werk. Ze bouwt grote krachtige en vervreemdende installaties. Spullen worden gedemonteerd en gecombineerd, waardoor ze een nieuwe identiteit krijgen. Met tape, lijm, ijzerdraad, schroeven en andere materialen worden de spullen tot nieuwe vormen verbonden die op een dynamische en ritmische manier worden gestructureerd. Hierdoor ontstaan er logge, ietwat onhandige wezens die worden bedekt met een witte laag gips, verf of polymeer. Het werk van Bodde reageert op de rare hoeken, ramen, muurtjes en doorgangen in ROT(T)TERDAM, waarbij de specifieke kenmerken van de ruimte worden benadrukt. Afgedankte materialen krijgen 'their time to shine' in de installatie aan de Meent.
tekst: Roodkapje rotterdam

HTTP://suzannebodde.com

http://www.roodkapje.org/present/
Met dank aan YGA, een project van NP3.


SAT 7 AUGUST, 20.00-22.00h
OPENING EXHIBITIONS, WORK
IN PROGRESS & MINISHOP


'UNTITLED'
(SUZANNE BODDE (NL))

Suzanne Bodde (1980) loves the sad side, the rawness en de lostness of waste materials. Temporality also gives freedom and it shows in her work. She builds big, strong en alienated installations. Objects receive a new identity when they get stripped en combined. She connects the elements with tape, glue, wire, screws en other materials into new forms, which are dynamically en rhythmically structured. Log, somewhat clumsy creatures exist who are covered with a layer of plaster, paint or polymer. Bodde's work responds to the odd corners, windows, walls and passages in ROT(T)TERDAM the specifics of the space are emphasized. Waste materials get 'their time to shine' in the installation at the Meent.
text: Roodkapje rotterdam

http://suzannebodde.com

http://www.roodkapje.org/present/
Special thanks to YGA, a project of NP3.

July 20, 2010

Gerben Meinders @ Het Wilde Weten



New guest artist @HetWildeWeten: Gerben Meinders (NL)
01.06.2010 – 31.09.2010

Jan Bokma en Gerben Meinders in het Wilde Weten

























Het Wilde Weten invites you for an evening program with artists talks of four artists, WK, a BBQ and the opening of the show of Jan Bokma.
On the 2nd of July, starting at 16:00hr

~

Time schedule:

WK quarter-final, Brazil -Netherlands 16:00hr – 17:45hr
Artist talk – Ron Saunders and Macenzie Bristow: 18:00 hr – 18:20hr
Artist talk – Jan Bokma: 18:30 hr – 18:40hr
Artist talk – Gerben Meinders: 19:00 hr – 19:20hr
The exhibition of Jan Bokma is open during the events

Atelier Suzanne Bodde


Atelier Suzanne Bodde op Trendbeheer

June 4, 2010

Toos Arends bezoekt Jan Bokma

Jan Bokma
4 juni
Jan Bokma heeft een atelier in ‘Alaska’ , een loods aan de rand van de stad Groningen. Hij vindt het een stimulerende plek omdat hij er tussen jonge mensen uit verschillende disciplines werkt. Onze afspraak vindt daar plaats op een moment vlak voor de open atelierdagen. Er staat een grote installatie met oud werk van purschuim. En een nieuw geluidswerk met tekst die beeld evoceert. Het is een goede mix omdat het aangeeft waar hij zich op dit moment in zijn creatieve proces bevindt: tussen het maken van objecten rond het thema het ‘museum’ en het zoeken naar een modus voor werk dat de toeschouwer als onderwerp heeft. Over dat laatste heb ik enige jaren geleden een correspondentie met hem gevoerd. Ik miste een aspect dat de aandacht van de kijker opeist in zijn werk en helderheid, waardoor je er geen vat op krijgt. Jan ziet het probleem vooral in de neiging om te vervallen in het ‘opstapelen’ van dingen en ideeën rond een onderwerp, waardoor hij de helderheid uit het oog verliest. Over het eerste grote project rond het thema ‘toeschouwer’ dat hij in NEST maakte, is hij niet tevreden. Zijn uitgangspunt, de schuifelende menigte langs de schilderijen van Van Gogh in het gelijknamige museum, leverden wel een goed idee op en een overtuigende motivatie maar de uitvoering werkte niet zoals hij had verwacht. Het gaat dus vooral om het vinden van de juiste vertaling van het idee in (fysieke) voorstelling. De neiging om zich teveel te laten afleiden door het ‘maken’ van objecten probeert hij nu rigoureus te bestrijden door geluidswerk te gaan maken. Via een koptelefoon krijgt het publiek teksten te horen die iets zeggen over het artistieke proces, het maken. Het zou de ‘missing link’ kunnen zijn tussen zijn werk dat voortkomt uit het omgaan met fysiek materiaal en werk dat een duidelijk concept als uitgangspunt heeft. Hij is er mee aan het experimenteren.

Op grond van ons gesprek heb ik voorgesteld om Hans, Daan, NP3 en mij te gebruiken voor de kritische reflectie op zijn nieuwste ontwikkelingen en op 11 juni een idee aan ons voor te leggen met een voorstel voor de realisatie. Dat zou het laatste geluidswerk kunnen zijn. (heb het nu niet in volle werking gezien omdat er een theatergroep bezig was met veel lawaai). Beperking en concentratie zou daarbij het resultaat moeten zijn, want dat is volgens mij het probleem, het is te vaag in z’n uitvoering.
Verder zou hij eens naar het werk van Falke Pisano kunnen kijken, misschien inspireert dat qua inhoud, vorm en performance. Meer algemeen kan het van belang voor hem zijn een duidelijker beeld te krijgen over hoe beelden binnen zijn werk moeten functioneren, en wat ze moeten uitlokken bij publiek (psychologie). En hoever je een idee kunt terugbrengen tot zijn essentie zonder dat de werking verloren gaat. Concentratie. Een inspirerende omgeving kan daarbij van belang zijn, of dat nu in Los Angels of ‘Alaska’ is.

May 17, 2010

Atelierbezoek door Hans den Hartog Jager

Mijn eerste indrukken na een dagje atelierbezoeken. Om te beginnen: het was aangenaam overal langs te gaan, met de drie kunstenaars naar hun werk te kijken en het te bespreken. Daarbij kwamen verschillende dingen naar voren, van zeer verschillende aard – een eerste korte raportage.

Hans den Hartog Jager

Bij Suzanne is al snel duidelijk dat ze zich weinig van bestaande artistieke normen aan trekt en werkt in grote vrijheid– zowel in haar ideeën als in haar materiaalgebruik. Ik was gecharmeerd van haar weigering zich vast te leggen, zowel in ideeën, als ook in de vorm van haar werk: het lijkt voor haar bijna een statement om uit de materialen die in haar atelier liggen steeds opnieuw beelden op te bouwen, en die even snel weer af te breken als ze die materialen beter voor een ander beeld kan gebruiken. Dit idee van al het aanwezige materiaal gebruiken als een ‘doos vol puzzelstukken’ waar naar believen steeds andere beelden van kunnen worden gemaakt leek me in ieder geval de moeite waard om nog even over na te denken – ik ben benieuwd of ze daar nog iets mee heeft gedaan.
Het nadeel van haar onbevangenheid en lichte afkeer van theorie is wel dat ze nogal eens het wiel dreigt uit te vinden. Zelf zegt ze haar beelden als beesten te beschouwen, maar dat heeft er nog niet toe geleid dat ze meer nadenkt over wat voor beesten dat dan kunnen zijn en hoe die zich tot haar en de wereld verhouden – dat mag allemaal nog wel wat scherper. Iets soortgelijks geldt voor de bijbetekenis van sommige materialen: als je een autodeur voor je beeld gebruikt en de toeschouwer kan dat zien, dan zul je je er op zijn minst rekenschap van moeten geven dat die autodeur ook als autodeur betekenis krijgt – dat dat dus bijdraagt aan de mededeling die je doet aan je publiek.
Verder zou ze iets meer moeten nadenken over haar verhouding tot andere kunstenaars. Haar werk doet aan de methodes en ideeën van allerlei collega’s denken, van Carel Visser tot Tom Claassen en David Bade; ik denk dat ze er veel aan zou hebben als ze wat meer ging zien, al is het maar om ideeën op te doen over haar eigen werk en zich makkelijker te kunnen verhouden tot wat er verder wordt gemaakt.

Het meest verward was ik na het bezoek aan het atelier van Jan – en eigenlijk is die verwarring nog niet weg. Ik trof een kunstenaar die onmiskenbaar getalenteerd is, maar die even niet leek te weten wat hij precies wilde, waardoor zijn werk alle kanten op schoot – beelden, filmpjes en vooral veel kunst over het maken en bekijken van kunst. Opmerkelijk genoeg lijkt hij in eerste aanleg te worstelen met een tamelijk elementair probleem: hij is typisch zo’n kunstenaar die het liefst ‘gewoon’ dingen maakt, objecten, beelden (en dat ook goed kan), maar dat ‘manuele’ tegelijk als onbevredigend ervaart – hij wil verder, de wereld van de concepten en ideeën in. Maar hij weet nog niet goed hoe.
Dat leidt tot een serieuze worsteling, vol vragen en open einden, maar in plaats van die op te lossen heeft hij, in mijn ogen, gekozen voor de ‘vlucht naar voren’: het concept van een museum, waarin alle werken, hoe verschillend ook (soms goed en slim, soms onaf en ondoordacht) hun plaats krijgen. Dat kan interessant zijn en prikkelend en bij de toeschouwer aanleiding geven tot complexe vormen van reflectie, maar het gevaar zit er ook in dat het maken van ‘meta-installaties’ een vorm op zich wordt die juist op dat metaniveau niks toevoegt.
Bij dit alles speelt zeker een rol dat Jan in theorie op elke vraag een antwoord lijkt te hebben. Na verloop van tijd begon ik me echter sterk af te vragen of zijn vaardigheid tot het formuleren van pasklare antwoorden zijn werk niet in de weg zit: doordat hij altijd wel een antwoord paraat heeft ontloopt hij de werkelijke problemen en vermijdt hij het stellen van fundamentele vragen en elementaire keuzes – terwijl hij daar, in deze fase van zijn kunstenaarschap en met zijn talent, wel aan toe is. De volledige anderhalf uur dat ik op zijn atelier was bleef ik me afvragen wat hij nu precies wilde, wat hij wil laten zien, waar het hem uiteindelijk over gaat. Toen ik hem die vraag uiteindelijk stelde was dat eigenlijk de eerste keer dat hij me een antwoord schuldig bleef.

Het werk van Gerben laat zich vrij simpel samenvatten: rastekenaar op zoek naar een onderwerp. Als je zijn atelier binnenkomt ben je meteen onder de indruk: van de energie, van de hoeveelheid werk die hij produceert, van de grote vrijheid die hij zichzelf heeft toegeëigend. Ook bij Gerben is het, net zoals bij Suzanne en Jan, prettig dat hij zich nog weinig van bestaande kaders aantrekt; bij hem uit zich dat vooral door een ongelofelijke hoeveelheid werk te produceren en die lukraak over de vloer te laten slingeren, waardoor zijn atelier wel iets van een forse tekeningeninstallatie krijgt. Dat werkt goed: een kunstenaar die zijn afzonderlijke werken niet al te serieus lijkt te nemen en ze laat slingeren om aan de afzonderlijke objecten een hele andere spanning te geven.
Alleen: als je over de eerste klap heen bent, vraag je je al snel af wat hij precies wil met deze tekeningentsunami. Dan zie je ook dat veel van de tekeningen die lukraak rondslingeren niet af zijn, of niet heel erg goed, waardoor het geheel steeds minder installatie wordt en steeds meer afvalbak. En je merkt dat zijn werk inhoudelijke richting mist. Gerben lijkt op dit moment vooral te tekenen vanuit een bijna elementaire, natuurlijke behoefte: hij tekent omdat hij niet anders kan en wil. Die energie moet hij vooral vasthouden, maar wat meer inhoud, sturing en bodem zouden hem bepaald geen kwaad doen.
Gelukkig zijn daarvoor wel aanknopingspunten te vinden. Er zitten duidelijke echo’s van Raymond Pettibon in zijn werk, en het lijkt me geen kwaad kunnen als hij eens goed kijkt naar andere tekenaars, die zich steevast onderscheiden doordat ze een duidelijke eigen wereld hebben opgebouwd: van David Shrigley tot Marcel van Eeden en William Kentridge. Daarbij lijkt zijn interesse in het menselijk lichaam me een kansrijk aanknopingspunt, maar ook de animatiefilmpjes die hij aan het maken is zijn veelbelovend – zodat ik vooral hoop dat hij stevig durft door te graven om te achterhalen wat hij echt wil, waar werkelijk zijn interesses en fascinaties liggen.

April 15, 2010

Toos Arends bezoekt Gerben Meinders

Gerben Meinders
15 april
De tekeningen van Gerben Meinders zijn goed, maar de presentatie in zijn atelier was overweldigend. Als geheel had het iets vanzelfsprekends die combi van een quasi willekeurige en ongecontroleerde hoeveelheid tekeningen op de vloer en aan de wand. Dat het hem moeite heeft gekost was er niet aan af te zien. Die presentatie paste goed bij de aard van de tekeningen die ook iets tussen af en niet af hebben. Er viel veel te ontdekken. Het meest interessante vond ik de animatie in het centrum van het werk (de presentatie), het was precies goed ingebed in de chaos van de tekeningen. Die animatie was op alle fronten perfect: vorm, inhoud, lengte, plaats in context en formaat. Ik vind dat Gerben absoluut verder moet met die animaties in een context (zoals de hoeveelheid tekeningen). Verder wekt hij de indruk dat hij prima weet wat hij doet en wil. Hij neemt de goede beslissingen over zijn werk ook al zegt hij zelf dat niet goed te kunnen verwoorden. In zijn atelier zijn verschillende sporen van eerdere experimenten aanwezig, zoals de knip/snijportretten als raster voor brushpaintings. Verfsporen all-over, een dynamische plek.
Ik denk dat Gerben een inspirerende kunstenaar kan zijn voor andere kunstenaars en dat hij die communicatie kan gebruiken om zaken voor zichzelf duidelijk te krijgen.

March 25, 2010

Toos Arends bezoekt Suzanne Bodde

Suzanne Bodde
25 maart
Het werk waarmee Suzanne Bodde ons wist te overtuigen was een robuust en monumentaal werk gemaakt van auto-onderdelen op een plaats die zich allesbehalve leende voor zo’n werk. Vooral dat laatste vond ik veelbelovend: zien waar iets kan en je niet laten beïnvloeden door conventies op dat terrein. Haar atelier past bij de aspiratie om groot en robuust werk te maken. Het werk dat ze er liet zien tijdens mijn bezoek vond ik nogal verwarrend omdat het behoorlijk afweek van het werk met auto-onderdelen. Ik miste de (aantrekkings)kracht van het andere beeld. Uit het gesprek – en ook uit de tekst voor YGA – kwam naar voren dat Suzanne vaak associatief werkt. Ze gaf aan dat ze kennis van kunstgeschiedenis mist. Het is dus ook geen inspiratiebron en het kan niet als basis voor verdieping van eigen werk dienen. Omdat ze met plastic materialen wil werken, kwam Tony Cragg aan de orde, maar ook Pop-Art. Verder Louise Bourgeois van wie ik haar een boek aangeraden heb om dat werk beter te kunnen plaatsen. We spraken af contact te houden wat nog niet weer plaats had.
Achteraf is mijn indruk van het bezoek aan Suzanne dat ze geweldige beelden kan maken, maar dat dat fenomeen geheel lijkt gefundeerd op eigen kracht en inzicht. Ze geeft aan sterke behoefte te hebben aan context en ik denk dat ze ook gebaat zou zijn bij het kunnen analyseren van haar eigen werk om daarop voort te kunnen borduren. Uiteraard zou een omgeving waarin ze wordt uitgedaagd te vertellen over haar werk haar een stimulans kunnen geven tot het nadenken over eigen werk zoals het voorstel van Daan.

March 6, 2010

YGA op Trendbeheer!!!

Trendbeheer
Welk Gronings talent mag zich in 2011 de ‘Young Grunn Artist’ noemen? Een éénjarig ontwikkelingstraject zal dat gaan uitmaken. Slechts een drietal kandidaten mag meedingen. Inmiddels heeft NP3 bekend gemaakt welke drie kunstenaars dat zijn…

March 5, 2010

February 23, 2010

Selectie YGA bekend!!!

Selectie Young Grunn Artist bekend
NP3 heeft vrijdag 19 februari Gerben Meinders, Jan Bokma en Suzanne Bodde uitgeroepen tot de drie geselecteerden voor het YGA-traject.
YGA is een éénjarig ontwikkelingstraject voor 'jong' talent dat mede mogelijk is gemaakt door het Groningse Nieuwe budget van de Gemeente.
Met YGA wil NP3 het Groninger kunstcircuit een impuls geven en jong Gronings talent een springplank bieden voor de toekomst. De drie kunstenaars krijgen met YGA naast inhoudelijke begeleiding de beschikking over een persoonsgebonden werk- en ontwikkelbudget waarmee ze onder andere nieuw werk kunnen maken, coaches en expertise kunnen inhuren of een kort internationaal uitwisselingstraject kunnen volgen.
De groei die de kunstenaars dit jaar doormaken zal aan het eind van het traject te zien zijn in een eindtentoonstelling. Tijdens deze tentoonstelling zal één van de drie kunstenaars uitgeroepen worden tot NP3's Young Grunn Artist 2011.
Eénentwintig Groningers dienden begin januari een portfolio in om mee te dingen naar de YGA titel. De uiteindelijke selectie kwam tot stand middels een commissie, bestaande uit Daan Samson, Hans den Hartog Jager, Toos Arends en Ruud Akse. Zij zagen in de portfolio's van de drie kunstenaars de potentie en ambitie om uit te groeien tot kunstenaars die veel voor de nationale of zelfs internationale kunstwereld zouden kunnen betekenen. Het YGA-traject en de activiteiten die hierbinnen plaatsvinden zijn het komende jaar te volgen via www.np3yga.blogspot.com.
Het juryrapport:
Gerben Meinders
Het portfolio van de in 2009 afgestudeerde Gerben Meinders was voor de commissie een aangename verrassing. Het werk en zijn presentatie gaven blijk van lef om groots te denken en droegen een aanstekelijke productiviteit met zich mee. Uit de tekeningen en schetsen van Gerben straalt de nodige daadkracht om verder te experimenteren en zonder terughoudendheid of beperkingen verder te zoeken. Wel was de commissie van mening dat het werk nog een duidelijke rode lijn mist wat hem als tekenaar binnen het kunstcircuit kan onderscheiden van de rest. Zijn professionele portfolio en frisse en energieke presentatie maken dat de commissie het vertrouwen heeft dat het YGA traject juist op dit moment voor Gerben veel kan betekenen.
Jan Bokma
De rauwe werken van Jan Bokma hebben een overtuigend vormgevoel en stralen een sterke gedrevenheid uit. Met zijn sculpturen, installaties en concepten weet hij de juiste snaar te raken. Het werk en de summiere tekstuele toevoegingen bleken bij de commissie voor verschillende interpretaties vatbaar en riepen hiermee de nodige vragen op. Juist deze raadselachtigheid geeft de beeldenstroom die hij oproept een ongrijpbaar en uniek karakter. Zijn werk getuigt van de nodige kennis en invloed van de kunstgeschiedenis waardoor zijn werk de kijker bij herhaaldelijke beschouwing blijft fascineren en weet uit te dagen. Niet alle werken wisten de commissie in gelijke mate te boeien maar de commissie vindt de lijn die met het nieuwe werk is ingezet een interessante en verrassende stap die zij binnen YGA vol verwachting en enthousiasme wil volgen en ondersteunen.
Suzanne Bodde
Met haar grootse beeldtaal brengt Suzanne Bodde een koortsachtige ambitie aan het licht. Een ambitie die spreekt uit haar krachtige sculpturen die letterlijk boven het hoofd uitstijgen en de verrassend vrije materiaal en locatie-experimenten die ze met haar werk aandurft. De commissie is gecharmeerd door de schraalheid van haar materiaalgebruik en de speelse naïviteit die uit haar werk en uit haar motivatie naar voren komt. Deze naïviteit lijkt de stille kracht achter het werk maar maakt het werk ook kwetsbaar. Suzanne zou het YGA-traject onder andere willen gebruiken om zich inhoudelijk verder te ontwikkelen en meer inzicht te krijgen op de keuzes binnen haar werk.

February 18, 2010

YGA

Aanmelding gesloten: op 19 februari worden de drie geselecteerde kunstenaars voor het YGA-traject bekend gemaakt!!!


NP3 zoekt het talent van Groningen!
Ben jij de Young Grunn Artist van 2011?

YGA is de zoektocht van NP3 naar het Groninger talent van 2011. NP3 zoekt die KUNSTENAAR die zijn nek durft uit te steken in een zoektocht naar een hoger doel, die Kunstenaar die de mentaliteit heeft om kritisch te zoeken naar dat wat nodig is om zijn werk verder te ontwikkelen waardoor het zich onderscheidt van de rest en die kunstenaar die er klaar voor is om de nationale of zelfs de internationale kunstwereld te veroveren.
Drie kunstenaars worden door NP3 en een externe commissie van landelijke professionals geselecteerd om in een uitdagend ontwikkelingstraject van een jaar, met de nodige financiële, inhoudelijke en zakelijke ondersteuning hun carrière inhoudelijk en zakelijk naar een hoger plan te tillen!! In februari wordt bekend gemaakt welke drie kunstenaars zijn geselecteerd! Kijk voor meer informatie op www.np3.nu
Externe commissie:
beeldend kunstenaar/kunstcoryfee: Daan Samson
schrijver en kunstcriticus: Hans den Hartog Jager
conservator moderne en hedendaagse kunst Fries Museum / Buro Leeuwarden: Toos Arends
Ze zeggen dat de tijd de dingen verandert, maar eigenlijk moet je ze zelf veranderen. - Andy Warhol
Wat biedt het YGA traject
Het YGA-traject is een aanvulling op je normale beroepspraktijk als beeldend kunstenaar. Ben je een van de drie geselecteerde kunstenaars dan verwachten we dat je je werk ontwikkelt en uitvoert in je eigen werkomgeving zoals je dat nu gewend bent. We bieden je daarnaast de mogelijkheden om je een jaar lang met de nodige financiële, inhoudelijke en zakelijke ondersteuning verder te professionaliseren. Hiermee krijg je de kans om de artistieke doelen die je voor ogen hebt te realiseren om zo te groeien naar een nationaal of zelfs internationaal niveau.
YGA biedt jou:
- uitdagende begeleiding door beroepsprofessionals naar eigen keuze;
- expertmeetings (ook wel slowdates genoemd) met drie gerenommeerde kunstenaars, drie critici en drie curatoren;
- een persoonsgebonden werk- en ontwikkelbudget;
- een tentoonstelling met budget voor het maken van nieuw werk;
- inhoudelijke, promotionele en zakelijke begeleiding en advies toegespitst op jouw behoeftes;
- de mogelijkheid tot het uitbreiden van je netwerk van collega kunstenaars, kunstinstellingen, curatoren, kopers, verzamelaars, critici etc;
- de mogelijkheid voor internationale uitwisseling denk aan een artist in residence of expertmeeting in het buitenland.
YGA vraagt:
- dat je kunstenaarschap voorop staat;
- dat je open staat voor kritische reflectie op je eigen kunstenaarschap en ontwikkeling:
- dat je bereid bent om de discussie met professionals aan te gaan om je werk te verbeteren en aan te scherpen;
- dat je de ambitie hebt om je te willen onderscheiden en iets wilt betekenen voor de kunstwereld.
Wie kan zich aanmelden:
- Beeldend kunstenaars (in de ruimste zin van het woord) woonachtig in Groningen die maximaal 5 jaar zijn afgestudeerd aan een vakopleiding of maximaal 5 jaar werkzaam zijn als kunstenaar.
YGA stelt zich tot doel om jou optimaal te faciliteren en ondersteunen in het verwezenlijken van je persoonlijke doelen.
Voor meer informatie neem contact op met Lianne Pronk. Bij voorkeur per mail: naar(apestaartje/at)np3.nu of op donderdag en vrijdag via 050-3138260
Kijk regelmatig op de website voor updates rondom YGA.

February 12, 2010

commissie YGA






vr 12 februari 2010
YGA : vergadering en selectie YGA's door NP3 en externe commissie
Daan Samson, Toos Arends en Hans den Hartog Jager